aanstellen

{{aanstellen}}{{/term}}

I 〈overgankelijk werkwoord〉

1 [in dienst stellen/nemen] appoint

♦voorbeelden:

1   iemand vast aanstellen • appoint someone permanently

     iemand op proef aanstellen • place someone on probation

II 〈wederkerend werkwoord; zich aanstellen〉

1 [zich op overdreven wijze uiten] show off ⇒ put on airs

♦voorbeelden:

1   zich kinderachtig/belachelijk aanstellen • act childishly, make a fool of oneself

     stel je niet aan! • 〈met betrekking tot kinderachtigheid〉 act your age!, stop behaving like a child!; 〈met betrekking tot overdrevenheid〉 stop playacting!